Stap 3: Concrete stappen zetten
STAPPENPLAN
Voor facility managers die aan de slag willen met zero waste, heeft adviesbureau Royal HaskoningDHV een stappenplan ontwikkeld68. De precieze situatie zal voor elk kantoor anders zijn, maar de volgorde van de stappen helpt FM’ers om gestructureerd aan de slag te gaan met het voorkomen en verminderen van afval.
Toepassing
Onderzoek eerst waar de organisatie nu staat door de afvalstromen in kaart te brengen (zie Stap 1: Afvalstromen in kaart brengen). Ga daarna in gesprek met verschillende stakeholders binnen de organisatie om te bepalen wat de duurzaamheidsambitie (per stroom) is. Bepaal ook welke wensen en mogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met leveranciers over afvalvrije verpakkingen, producten of ‘pay-per-use’constructies.
Als het speelveld duidelijk is, begin dan met het samenstellen van een maatregelenpakket. Kies activiteiten waarbij veel afval vrijkomt, zoals printen, handen drogen en koffiedrinken. Maak vervolgens een plan van aanpak. Misschien is het te ambitieus om gelijk al het papier van kantoor te bannen en is het instellen van ‘follow me-printing’ een goed startpunt (zie stroom 1-5 van deze whitepaper voor aanbevelingen en concrete suggesties). Als de plannen op papier staan, communiceer ze dan naar alle medewerkers. Dat creëert niet alleen transparantie, maar ook betrokkenheid binnen de organisatie.
Na deze stappen doorlopen te hebben, wordt het tijd de plannen uit te voeren. Blijf ook tijdens de implementatie luisteren naar en vragen om feedback en suggesties van werknemers. Zonder draagvlak zijn de maatregelen gedoemd te mislukken. Zorg voor goede monitoring en stuur zo nodig bij. Na verloop van tijd is het verstandig de (voorlopige) balans op te maken en medewerkers en derden op de hoogte te brengen van de vorderingen die de organisatie maakt. Communicatie over positieve resultaten geeft een boost aan zowel de moraal van werknemers als externe relaties.
ROL VAN DE FACILITY MANAGER
Om het duurzaamheidsbeleid daadwerkelijk onderdeel te maken van de organisatie, is samenwerking van essentieel belang – allereerst intern, maar ook met externe partijen. Dit biedt een kans voor facility managers. Door hun sleutelpositie kunnen zij binnen de organisatie verschillende bedrijfsonderdelen of -afdelingen met elkaar verbinden en naar buiten optreden als opdrachtgever, contractmanager en vertegenwoordiger van gebruikers.
Commitment van het management
Om het zero waste-beleid tot een succes te maken, is het daarnaast ook cruciaal dat het management zich committeert aan de ambities. Hieronder enkele suggesties:
- Zorg dat de plannen en maatregelen worden verankerd in de (duurzaamheid)strategie en dat deze tot in de bovenste lagen van de organisatie wordt uitgedragen. Goed voorbeeld doet goed volgen.
- Geef het management feiten en cijfers die duidelijk maken hoeveel winst een zero waste-beleid oplevert, zowel in geld als in tijd.
- Laat zien hoe een (gedeeltelijk) afvalvrij kantoor de kans biedt om aan het merk te bouwen en publiciteit te generen (zie inspirerende cases aan het eind van de stromen 1-5).
Gedragsverandering van medewerkers
Hoe succesvol de invoering van de maatregelen is, hangt sterk af van de bereidwilligheid van de medewerkers. Het loont om na te denken over hoe het gewenste gedrag gefaciliteerd en gestimuleerd kan worden. Er zijn verschillende redenen voor werknemers om niet gelijk betrokken te raken bij het nieuwe zero waste-beleid. Hou rekening met de volgende factoren:
Medewerkers
- beschikken niet over de benodigde kennis;
- weten niet hoe ze het moeten doen;
- hebben niet voldoende praktische mogelijkheden om het goed te doen;
- zien het nut er niet van in.
Het kan ook zijn dat ze geen vertrouwen hebben of het wel zin heeft, of dat ze het ‘altijd zo’ gedaan hebben, gewoontegedrag etc. Bedenk goed wat de reden is dat mensen niet mee willen doen, ga in gesprek en bedenk samen een oplossing.
Kenniswijzer Zwerfafval heeft een stappenplan opgesteld dat helpt probleemgedrag om te zetten in gewenst gedrag. Het gaat daarbij specifiek over afval. De stappen helpen om het gedrag te analyseren: Welk ongewenst gedrag doet zich voor en door wie? Vervolgens wordt er gekeken naar het gewenste gedrag en welke maatregelen passend zijn. Op kantoor zal er anders gecommuniceerd worden dan op een school of op straat. De laatste stap na invoering van de gedragsveranderende maatregelen is de evaluatie en, indien nodig, bijsturing.
Met het oog op de toekomst
Om te voorkomen dat de zero waste-maatregelen slechts een tijdelijk effect hebben, is het van belang om na te denken over het voortbestaan van de nieuwe situatie. Zorg er in ieder geval voor dat het project niet van één of twee personen afhangt, maar creëer een grotere groep van betrokken collega’s: de ambassadeurs van het afvalvrije kantoor. Een andere manier om het resultaat niet verloren te laten gaan, is om nieuwe collega’s tijdens hun inwerkperiode goed te informeren over wat er van hen verwacht wordt.
WEGWIJZER AFVALVRIJ KANTOOR
Om facility managers te helpen weloverwogen keuzes te maken, hebben Rijkswaterstaat, Facilitair Management Nederland (FMN), RHDHV en PHI factory de Wegwijzer Afvalvrij Kantoor ontwikkeld. Op deze website staan inspirerende cases en talloze praktische tips om verspilling op kantoor tegen te gaan. Verschillende afvalstromen komen aan bod en er is aandacht voor alle stappen van het proces (inkoop, gebruik en einde gebruik).
Stap 2: Het Zero Waste model toepassen
HET ZERO WASTE 5R-MODEL
De basis voor het 5R-model werd gelegd door Ad Lansink. Deze Nederlandse politicus introduceerde ‘s werelds eerste afvalhiërarchie, de Ladder van Lansink, in 1979. Het Zero Waste 5R-model is een gemoderniseerde versie, vooral gericht op het voorkomen van dagelijks afval zoals wegwerpplastic en (sanitair) papier.
Het model bestaat uit een hiërarchie van vijf R-en:
- Refuse (voorkomen)
- Reduce (verminderen)
- Reuse (product hergebruik)
- Recycle (grondstof hergebruik)
- Rot (composteren).
Ze staan bewust in deze volgorde, het model wordt altijd van boven naar beneden doorlopen. Bovenin is de meeste (milieu)winst te behalen. Het voorkomen van het gebruik van het materiaal is de eerste, en de meest belangrijke, stap naar zero waste. Is het niet mogelijk het afval te voorkomen, ga dan een stap naar beneden: afval verminderen. Het hergebruik van een product komt op de derde plaats.
Het gaat hier specifiek om het hergebruik van het hele product, niet van het materiaal. Waar veel afvalreductieplannen hoofdzakelijk gericht zijn op recyclen, komt dat in dit model pas op de voorlaatste plaats. Recyclen kost veel energie en de waarde van het materiaal neemt vaak af (downcycling). In enkele gevallen is het mogelijk om de waarde van het materiaal te behouden of zelfs te vergroten (upcycling). Bij composteren verliest de grondstof zijn oorspronkelijke waarde, maar wordt het wel teruggebracht in de organische kringloop.
DRIE VOORBEELDEN VAN AFVAL GENERERENDE PROCESSEN
Drie afval genererende processen die bij de meeste kantoren voorkomen zijn printen, koffiedrinken en handen drogen. Vaak worden printpapier, koffiebekertjes en papieren doekjes eenmalig gebruikt en daarna weggegooid. Voor deze drie processen zijn op verschillende niveaus in het 5R-model oplossingen. Recyclen is de laatste optie, die voor printpapier vrij goed werkt, maar voor koffiebekertjes en papieren doekjes niet. Het hergebruiken of verminderen van gebruik zijn dan betere opties en het volledig voorkomen uiteraard de beste.
Toepassing van het Zero Waste 5R-model
De 5R-strategie is eenvoudig en effectief. Het model heeft de afgelopen jaren zowel particulieren als bedrijven geholpen om afvalstromen drastisch in te perken. Veel van het afval op kantoor – denk aan voedselafval, plastic en oud papier – komt overeen met dat van huishoudens. Het model helpt bestaande processen en overtuigingen onder de loep te nemen, onafhankelijk van de omgeving waar het wordt toegepast.
Gerecycled printpapier met de kleinste ecologische voetafdruk klinkt goed, maar misschien is volledig digitaal wel een mogelijkheid. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld het serveren van koffie of het drogen van handen. De overstap naar stenen koffiemokken en elektrische handdrogers zorgt voor significant minder afval.
Het 5R-model werkt als volgt: kies een thema, bijvoorbeeld printen, en doorloop de stappen van boven naar beneden.
Hoe hoger in het schema de oplossing wordt gevonden, hoe duurzamer de oplossing over het algemeen is. Om de werkelijke impact te vergelijken is een Life Cycle Assessment (LCA) nodig.
ECOLOGISCHE IMPACT EVALUEREN: LIFE CYCLE ASSESSMENT
Om te bepalen hoe duurzaam een specifiek product of oplossing is, moet de milieu-impact tijdens de gehele levenscyclus in kaart worden gebracht: van grondstofwinning en productie tot transport, gebruik en verwerking. Een Life Cycle Assessment (LCA) of Levenscyclusanalyse is hiervoor de meest gangbare methode. De meeste LCA’s rekenen de impact om naar een CO2 equivalent, zodat verschillende soorten oplossingen makkelijker te vergelijken zijn. In principe zijn producten die we na eenmalig gebruik weggooien niet duurzaam. Ook niet als ze van gerecycled materiaal zijn gemaakt. Om papier te recyclen is er bijvoorbeeld een grote hoeveelheid chemicaliën en energie nodig om de inkt van het papier te scheiden. Dat leidt tot een hoge integrale ecologische impact. Daardoor is gerecycled papier niet altijd beter dan nieuw papier. Over het algemeen geldt dat herbruiken beter is dan recyclen.
5. Grof afval
VOLLEDIG CIRCULAIR INKOPEN
Net als bij de voorgaande stromen is het voorkomen van grof afval, het afzien van gebruik, de eerste stap. Maar voor bijvoorbeeld meubels, elektronica en vloerdekking is dit over het algemeen geen optie.
Ook volledig circulair inkopen kan afval aan het einde van de gebruiksfase voorkomen. Het uitgangspunt is daarbij niet zozeer het verkleinen van de negatieve impact (eco-efficiency), maar juist het vergroten van de positieve impact (eco-effectiviteit) (zie e-book Circulair Inkopen in 8 Stappen). Organisaties als Copper8 en Royal HaskoningDHV kunnen bedrijven helpen hun circulaire inkoopproces vorm te geven. Zo zijn bepaalde gebruiksgoederen te huren of te leasen, terwijl ze eigendom van de leverancier blijven. Die krijgt daardoor een financiële prikkel om de levensduur te maximaliseren. Een goed voorbeeld is het ‘Light as a Service‘-concept van Philips, waarbij betaald wordt voor licht en niet voor de lampen. Opnieuw! biedt verschillende circulaire oplossingen voor kantoormeubilair, waaronder een huurconcept.
DE 10R-CIRCULARITEITSSTRATEGIEËN
De basis voor de 10R-circulariteitsstrategieën werd gelegd door Jacqueline Cramer, voormalig minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Inmiddels zijn er diverse bewerkingen ontstaan, bijvoorbeeld van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur en het Planbureau voor de Leefomgeving. Het fundamentele verschil met het Zero Waste 5R-model, dat vooral gericht is op het voorkomen van dagelijks afval, is de focus op de circulariteit van gebruiksgoederen.
MINIMALE PRODUCT-IMPACT
De volgende stap om de ecologische impact van een kantoorinrichting te minimaliseren bestaat uit het verminderen van de product-impact. Bijvoorbeeld door te kiezen voor producten met een lage(re) grondstoffencomponent, of circulaire ontwerpen, zoals de vloerbedekking van DSM-Niaga of de Ahrend 500 bureaustoel. Maak de beslissing waar mogelijk op basis van een LCA.
VERLENGEN LEVENSDUUR
Het verlengen van de levensduur van bestaande kantoorinrichting is ook effectief, omdat daarmee de aanschaf van nieuwe items kan worden uitgesteld. Nu wordt de kantoorinrichting vaak vervangen bij een renovatie of verhuizing, terwijl dat niet nodig is als de behoeftes van de werknemers gelijk blijven. Het repareren en refurbishen van producten, in plaats van nieuwe te kopen, kunnen de hoeveelheid afval sterk terugbrengen. Let er wel op dat ‘circulair behouden’ vaak duurder is dan nieuw inkopen. Dat verandert pas als het ontwerp circulair of modulair is. Regulier onderhoud en schoonmaak, in combinatie met periodiek intensiever onderhoud en (specialistische) schoonmaak, kunnen de levensduur van meubels ook aanzienlijk verlengen.
ELEKTRONICA
Door sommige organisaties worden elektronica gezien als grof afval, door andere juist niet. Duidelijk is wel dat het wettelijk verplicht is (LAP-regelgeving) om elektronica te scheiden. Vaak bevat deze groep (kritieke) metalen of gevaarlijke stoffen; het is dus van belang de stroom zo klein mogelijk te houden. Het Planbureau voor de Leefomgeving laat zien dat recycling van deze productgroep vaak lastig en duur is en adviseert daarom te investeren in hoogwaardige hergebruiken recyclingroutes en circulair materiaal- en productontwerp (download policy brief). In bepaalde gevallen kan ook de inkoop van, of verwerking tot, refurbished apparatuur een optie zijn.
GEBRUIK OP ANDERE LOCATIE
Het is niet altijd mogelijk om een goed functionerend product op een locatie te behouden. Bekijk in dat geval of het opnieuw kan worden ingezet op een andere locatie. Soms kan dat binnen een organisatie, bijvoorbeeld tussen verschillende overheidsinstanties. Zo maakte de Rijksoverheid gebruik van een interne Rijksmarktplaats voor kantoormeubilair en daarnaast een extern veilinghuis voor overtollig meubilair.
BEHOUD VAN MATERIALEN
Om de grofvuil-afvalstroom te verminderen, moet er vooral ingezet worden op behoud en hoogwaardige herinzet, zonder verlies van producten of materialen. Wanneer dat niet tot de mogelijkheden behoort, kan de afvalverwerker een deel van de materialen sorteren en (vaak laagwaardig) recyclen.
ICT OVERHEID
In 2019 schreven tien provincies en vier omgevingsdiensten samen een aanbesteding uit voor al hun telefonie. Het doel was om de inkoop van ICT te verduurzamen. Productieketens van elektronica zijn vrijwel altijd zeer vervuilend, van de grondstofwinning tot afvalwerking. IT-leverancier Centralpoint en Closing the Loop wonnen de aanbesteding (download factsheet), bijvoorbeeld door afgedankte telefoons een tweede leven te geven en door defecte telefoons op duurzame en sociale wijze te recyclen. Het Rijk en diverse gemeentes nemen inmiddels ook deel aan dit traject.
PRORAIL
Voor de nieuwe verkeersleidingspost in Utrecht werd het vloeroppervlak (514 m²) belegd met 100% hergebruikte Air Master-tegels (download factsheet). Daarmee werd 579 kg (62%) CO2 en 245 kg (79%) materiaal bespaard. Door de langere levensduur van de tegels liep de kostenbesparing op tot 24%.
Ook werd ruim een derde van de meubels, 81 van de 210, hergebruikt. Dat leverde een CO2-besparing op van 2430 kg (19%), materiaalbesparing van 820 kg (21%) en kostenbesparing van € 18.960 (28%).
4. Tissues
ELEKTRISCHE JETDROGERS
De beste manier om de afvalstroom tissues te verkleinen, is om slimmer in te kopen. Voor het drogen van handen zijn er verschillende alternatieven op de markt die minstens zo effectief zijn als papier, zonder het milieu enorm te belasten. Kijk wel altijd naar de levenscyclusanalyse (LCA) van een product, uitgevoerd door een gerenommeerd instituut. Niet alle papiervrije oplossingen zijn namelijk duurzaam. Traditionele warmeluchtdrogers gebruiken bijvoorbeeld zoveel energie dat hun ecologische impact vaak groter is dan die van papieren doekjes.
Uit een LCA van de Amerikaanse topuniversiteit MIT – die ook het onderzoek voor ‘The Limits to Growth’ uitvoerde – blijkt dat elektrische jetdrogers met onverwarmde lucht wel een stuk beter voor het milieu zijn (download Executive Summary). Hun impact is gemiddeld tot 80% lager dan die van wegwerphanddoekjes. Geen verrassing dus dat elektrische handdrogers fors aan terrein winnen. In 2019 voerde ook de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk een LCA uit voor de gangbare handdroogsystemen (download document). De onderzoekers concludeerden dat een elektrische droogoplossing een veel lagere milieu-impact heeft dan droogmethoden op basis van textiel of papier. Door elektrisch handdrogen te stimuleren wil de overheid de duurzaamheid vergroten.
Deze kraanhanddroger met HEPAfilter wast en droogt handen boven de wasbak. De Wash+Dry is volledig touch-free, waardoor water op de grond en een extra ‘losse’ droogoplossing tot het verleden behoren.
De meest energie-efficiënte handdroger met een HEPA-filter die in de Eco-stand een 85% lagere milieu-impact heeft dan papieren doekjes. De roestvrijstalen behuizing heeft een lange levensduur en kan hoogwaardig gerecycled worden.
Deze elektrische handdroger vangt water op in een opvangbakje, waardoor de vloer niet nat wordt. Het is belangrijk dit bakje elke dag te leggen om bacteriegroei tegen te gaan. De jetdroger heeft twee verschillende standen.
HOE ZIT HET MET HYGIËNE?
Elektrische jethanddrogers zijn een duurzaam, hygiënisch en kostenbesparend alternatief voor papieren handdoekjes. In de afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken opgezet door de papierindustrie om de hygiëne van elektrische drogers in twijfel te trekken. De toonaangevende, internationale gezondheidsorganisaties WHO en CDC raden zowel elektrische handdrogers als papieren doekjes aan als hygiënische droogmethoden. Ook onafhankelijke instituten, zoals bijvoorbeeld HACCP en NSF, hebben de betere elektrische jethanddrogers gecertificeerd voor gebruik op locaties waar extreem hoge eisen aan de hygiëne worden gesteld. Deze jetdrogers worden dan ook gebruikt in bijvoorbeeld de voedingsindustrie en in moderne ziekenhuizen.
AUTOMATISCHE DISPENSERS
Mensen pakken vaak (per ongeluk) een veel groter aantal papieren handdoekjes dan nodig is om de handen te drogen. Die doekjes worden vervolgens ongebruikt weggegooid of blijven door de sanitaire ruimte slingeren. Automatische dispensers zorgen voor de juiste hoeveelheid doekjes, één per keer. Zo kunnen ze bijdragen aan de beperking van de hoeveelheid tissues in het restafval.
SERVETTEN
Servetten zijn minder makkelijk uit het restafval te weren dan papieren handdoekjes. Er is slechts een beperkt aantal mogelijkheden. Slimme dispensers, zoals Torks compacte servetsysteem, zorgen dat ervoor dat de servetten één voor één worden verstrekt. Het aantal servetten dat ongebruikt wordt weggegooid, kan daardoor gehalveerd worden. Hetzelfde geldt voor het handmatig uitreiken van servetten. Ook katoenen servetten kunnen een oplossing zijn, maar daarvoor gelden dezelfde bezwaren als voor de handdoekrollen (zie ‘reuse’).
Daarnaast zijn er verschillende aanbieders van biologisch afbreekbare en composteerbare servetten. Deze zijn meestal geproduceerd volgens de EN 13432FSC®-norm, zonder bleekmiddelen of toegevoegde kleurstoffen en gecertificeerd met een EU-ecolabel. In theorie kunnen deze samen met het organisch afval worden ingezameld.
Let wel: lang niet iedere verwerker accepteert servetten in de organische afvalstroom.
KATOENEN HANDDOEKROLLEN
Het gebruik van katoenen handdoekrollen zorgt voor een vermindering van de ‘vervuild papier’-afvalstroom. Ze kunnen worden gewassen en hergebruikt, waardoor hun ecologische impact een stuk lager is dan die van wegwerpdoekjes, ongeveer 20%. Let wel: katoenproductie kost zeer veel water en is erg vervuilend. Ook het transport en het wassen van de rollen kost veel energie. Daarnaast worden de rollen lang niet altijd goed gebruikt en op tijd vervangen, waardoor de hygiëne in het geding komt.
PAPIEREN HANDDOEKJES
Het recyclen van papieren handdoekjes is in theorie mogelijk, maar in de praktijk gebeurt het amper. Recyclen kan alleen als de doekjes als monostroom, een afvalstroom bestaande uit één materiaal, bij de bron worden ingezameld. Op het moment dat er plastic of organisch afval in diezelfde bak terechtkomt, is de kans groot dat de doekjes alsnog in de verbrandingsoven eindigen. En zelfs als tissues goed gescheiden worden, zijn ze vanwege vuil en vocht moeilijk te verwerken. De meeste handdoekjes op kantoren worden gemaakt van (gedeeltelijk) gerecycled papier. Dat is minder schadelijk dan nieuw papier, maar de productie kost nog steeds veel water en energie.
Tork PaperCircle en WEPA hebben kleinschalige pilotprojecten opgezet om papieren handdoekjes apart in te zamelen en te gebruiken als grondstof. Dat klinkt mooi, maar vanwege de gebrekkige kwaliteit van de wegwerpdoekjes, kan er alleen laagwaardig toiletpapier van gemaakt worden. Zelfs al zou het lukken om alle doekjes als monostroom te verwerken (zie ook het kader over koffiebekers uit het vorige hoofdstuk), dan nog is er geen sprake van circulariteit of zero waste. Het recyclen kost veel energie en er wordt slechts een stap in het proces toegevoegd voordat het product wordt weggegooid.
The Edge aan de Amsterdamse Zuidas was bij oplevering in 2015 het duurzaamste gebouw ter wereld. Om de afvalstromen te beperken, werd er destijds voor katoenen handdoekrollen gekozen. Toen drie jaar later het nabijgelegen kantoorgebouw ‘EDGE Olympic’ werd gerenoveerd, werd er opnieuw gekeken naar meest duurzame droogoplossing. De ontwikkelaar koos voor elektrische jetdrogers.
Stap 1: Afvalstromen in kaart brengen
1. UITGAANDE STROMEN IN KAART BRENGEN (EINDE GEBRUIK)
Om een nauwkeurig beeld te krijgen van de afvalstromen op kantoor, moet duidelijk worden wat het pand precies verlaat. Dat is een hele opgave. Het is vaak niet exact bekend welke producten worden weggegooid, welke materialen ze bevatten en hoe die (kunnen) worden verwerkt. In veel gevallen is het openmaken van de afvalzakken de enige oplossing. Er zijn verschillende toepassingen op de markt die kunnen helpen bij het inventariseren van afval, bijvoorbeeld intelligente camerasystemen die bijhouden welk voedsel wordt weggegooid in het bedrijfsrestaurant. Adviesorganisaties zoals Milgro en Royal HaskoningDHV ondersteunen bedrijven bij het structureel verminderen van afval en bijbehorende kosten. Materiaalstromen in kaart laten brengen kan vaak ook door een afvalverwerker. Schoonmaakbedrijf Gom en Afvalverwerker Milieu Service Nederland introduceerden daarvoor de Afvalscan.
2. AFVALPRODUCERENDE PROCESSEN (GEBRUIK)
Een andere manier om afval te voorkomen of te verminderen, is het analyseren van het gebruik. Per proces kan worden bepaald aan welke eigenschappen een oplossing moet voldoen en welk product de minste milieuimpact heeft. Voorbeeld: een schoon pand. Daarvoor is een middel nodig dat schoonmaakt. Dat middel kan in een wegwerpverpakking zitten (veel afval), in een hervulbare dispenser (minder afval) of zelfs zónder verpakking worden geleverd (zero waste). Een afvalvrije oplossing voor de schoonmaak is bijvoorbeeld Tersano ozonwater, een systeem dat koud leidingwater omzet in een effectief en duurzaam schoonmaakmiddel. Of denk aan koffievoorziening. Het restafval bestaat bij dit proces vooral uit koffiedrab, eventueel capsules en wegwerpbekertjes. Die stromen kunnen voorkomen worden door een machine met alleen bonen te gebruiken, de drab als grondstof aan te bieden en de wegwerpbekertjes te vervangen voor herbruikbare mokken. Ook kan de leverancier de machine aan het einde van de levens- of gebruiksduur terugnemen en het apparaat een nieuwe bestemming geven.
3. INGAANDE STROMEN (INKOOP)
Veel bedrijven redeneren ‘vanuit de afvalbak’. Ze gaan op zoek naar partijen die nog iets van hun afval kunnen maken als het er al is. Verwerkers spelen daar graag op in. Maar het kan ook anders: het is voordeliger om al aan het begin van het proces, bij de inkoop, na te denken over materiaalstromen. Minder weggooien betekent vaak ook minder kosten.
Leveranciers zijn een essentiële partner bij het voorkomen van afval. Voor bepaalde stromen, bijvoorbeeld meubilair of textiel, is het mogelijk circulair in te kopen, waarbij het waardeverlies minimaal is. In andere gevallen kunnen wegwerpverpakkingen worden vervangen door herbruikbare, zoals kratten of pallets. Er zijn ook leveranciers en producenten die aanbieden om reststromen terug te nemen na gebruik. Maar afval blijft afval, wie het ook verwerkt. Het is dus van belang dat iedereen in de keten samenwerkt om afval te voorkomen.
AFVALSTROMEN MET VEEL POTENTIE
Om bedrijven en huishoudens te helpen afval te voorkomen, lanceerde de overheid het programma ‘Van afval naar grondstof’ (VANG). Speciaal voor de kantoor-, winkel- en dienstensector (KWD-sector) lanceerde Rijkswaterstaat het programma ‘VANG Buitenshuis’. Het gaat om 1 miljoen bedrijven die samen jaarlijks 5,3 miljoen ton afval produceren. Het doel van VANG Buitenshuis is om het restafval van de KWD-sector te halveren: van 2 miljoen ton afval bij de start tot 1 miljoen ton afval in 2022.
Stichting Stimular publiceerde een onderzoeksrapport voor VANG Buitenshuis (download rapport) met materiaalstromen die de meeste kansen bieden voor afvalpreventie.
STROOM 1: ORGANISCH AFVAL (GFT/ SWILL)
Organisch afval bestaat uit twee deelstromen. De eerste, GFT, bevat vooral groente-, fruit- aardappelen- en tuinafval. In de tweede, swill, zitten met name gekookte etensresten en ander bereid voedsel dat vrijkomt in bedrijfsrestaurants. Weggegooid voedsel is een van de belangrijkste veroorzakers van klimaatverandering (zie online samenvatting ‘Reduced Food Waste’). Verwerkers laten graag zien hoe organisch afval duurzaam wordt omgezet in brandstof of compost. Maar om echt duurzaam te zijn, moet het afval zoveel mogelijk voorkomen worden, bijvoorbeeld door slim in te kopen en processen te stroomlijnen.
STROOM 2: KUNSTSTOF VERPAKKINGEN (PMD)
In Europa wordt op dit moment 40% van de kunststoffen voor verpakkingen gebruikt. Het is een veelzijdig materiaal: van jerrycans voor chemische producten tot versverpakkingen voor fruit en bescherming voor kwetsbare ICT-apparatuur. Plastic verpakkingen hebben alleen een aantal grote nadelen. Ze verteren niet in de natuur, maar vallen uiteen in minuscule deeltjes die terechtkomen in mens en dier. Recyclen van plastic is lastig en duur en heeft bovendien een grote ecologische impact. Vermijd daarom plastic voor eenmalig gebruik zoveel mogelijk en kies voor verpakkingsvrij of hergebruik.
STROOM 3: PAPIER EN KARTON
De meeste kantoren zamelen papier en karton gescheiden in. Vaak wordt dit papier vervolgens gerecycled, gemiddeld zo’n zeven keer. Neemt niet weg dat er voor de productie bomen worden gekapt en CO2 wordt uitgestoten. Beter is dus om het papier- en kartongebruik te voorkomen, bijvoorbeeld door: kartonnen wegwerpverpakkingen te vervangen voor herbruikbare; minder te printen en bedrijfsprocessen volledig te digitaliseren.
STROOM 4: TISSUES
Uit het onderzoek van Stichting Stimular (download rapport) blijkt dat er in alle sectoren een significante hoeveelheid tissues (veel volume) in het restafval voorkomt. Daaronder vallen papieren handdoekjes, servetten en sanitair papier, die alle niet of zeer moeizaam gerecycled kunnen worden. Als het al kan, kost het verwerkingsproces veel energie en heeft dus een grote impact op het milieu. Oplossingen om afval te voorkomen of te verminderen bestaan uit elektrische handdrogers, katoenen handdoeken of slimme dispensers.
STROOM 5: GROF AFVAL
Grofvuil bestaat vooral uit gebruiksgoederen die periodiek vrijkomen, in tegenstelling tot de andere vier stromen die vooral bestaan uit verbruiksgoederen (dagelijks afval). Daarnaast is de stroom grof afval heel divers. De focus in deze whitepaper ligt op meubilair en elektronica, omdat vrijwel alle kantoren daarmee te maken hebben. Door gebruiksgoederen volledig circulair in te kopen, waarbij de producten in eigendom blijven van de leverancier, kan deze afvalstroom in principe geheel voorkomen worden.
3. Papier & karton
PAPERFREE OFFICE
Digitaal werken lijkt al enige tijd de norm, toch print de gemiddelde kantoormedewerker nog altijd 30 pagina’s per week. Waarvan er 10 binnen een aantal dagen in de prullenbak belanden. Door papierloos te gaan werken, draagt een bedrijf bij aan een beter milieu en bespaart ook aanzienlijk op ruimte en kosten. Er is bijvoorbeeld geen opslagruimte nodig voor het archief en ook doorlopende kosten van inkt, toners en enveloppen behoren tot het verleden.
Een paar slimme tips:
- Digitaliseer de gehele administratie: van loonstroken en handtekeningen tot facturen en contracten. Zorg ervoor dat klanten en leveranciers ook geen papier meer aanleveren.
- Investeer in software die digitaal werken prettig en efficiënt maakt voor medewerkers.
- Geef medewerkers de middelen om zonder papier te kunnen lezen en notities te maken.
- Doe alle printers de deur uit.
MINDER PRINTEN
Zelfs als het onmogelijk is om volledig papierloos te werken, kunnen er binnen elke organisatie flinke stappen gezet worden om papier te besparen. Dat lijkt in het begin wellicht lastig, maar bewustwording en een aantal simpele maatregelen kunnen het gedrag van werknemers structureel veranderen.
- Zorg dat werknemers alleen afdrukken wat ze nodig hebben, bijvoorbeeld door ‘follow me printing’ in te stellen. Hiermee wordt het document wordt pas afgedrukt als de gebruiker bij de printer staat.
- Stel de printer in op automatisch dubbelzijdig printen.
- Zorg voor een ‘stopknop’: als een document verkeerd wordt afgedrukt, is dat vaak al na één pagina duidelijk.
- Maak er een competitie van, bijvoorbeeld door deel te nemen aan de PrintLess Contest die de Green Business Club elk jaar organiseert.
Iets minder dan de helft (45%) van het Nederlandse papier en karton wordt gebruikt voor verpakkingen. Het merendeel daarvan is gemaakt van kringlooppapier, maar dat betekent niet dat de milieu-impact te verwaarlozen is. Over het algemeen is gerecycled papier minder schadelijk dan nieuw papier, maar het scheelt niet veel. Daarbij is karton ook lang niet altijd een goed alternatief voor kunststof, omdat het minder sterk is dan plastic en in sommige opzichten ook minder veelzijdig, denk aan vloeistofverpakkingen. Het is dus van belang zo min mogelijk papieren en kartonnen verpakkingsmateriaal te gebruiken.
Bedrijven die hun goederen via zogenaamde stadshubs aan laten leveren, hebben vaak minder kartonnen verpakkingen op kantoor. De bestellingen komen binnen op de hub aan de rand van de stad waarna ze gebundeld en uitstootvrij worden geleverd. Door het samenvoegen van de goederen is er minder karton nodig en blijft schoon karton achter op de hub. Ook door de retourlogistiek efficiënt in te richten, bijvoorbeeld door in contracten met leveranciers op te nemen dat ze de verpakkingen direct weer meenemen, zal de afvalstroom schoon blijven en daardoor gemakkelijker te verwerken.
KLADPAPIER
Hoewel het hergebruik van papier in de meeste gevallen niet voor de hand ligt, kunnen enkelzijdig geprinte vellen papier nog dienstdoen als kladpapier. Een stapeltje kan worden ingebonden tot een notitieblok, door de medewerkers of door een externe partij zoals Green Side.
PAPIER RECYCLEN
Papier is de enige afvalstroom die door een groot aantal bedrijven bij de bron gescheiden wordt. Dat komt vooral door de kostenbesparing die het oplevert. Veel andere afvalstromen – zoals organisch en kunststof afval – zijn duurder als ze apart worden ingezameld. Schoon en droog papier kunnen goed gerecycled worden; houtvezels zijn vijf tot zeven keer opnieuw te gebruiken. Als ze tenminste niet vies of nat zijn.
Helaas komt in veel kantoren een aanzienlijk deel van het papier bij het restafval terecht. Dat maakt het meestal ongeschikt voor recycling. En het omgekeerde gebeurt ook: papier met etensresten, gebruikte tissues en koffiebekertjes komen in de papierbak terecht. De afvalverwerker zal deze stroom afkeuren en zo belanden partijen papier alsnog in de verbrandingsoven. Zorg dus voor voldoende papierbakken op strategische plekken, naast de printer en op de bureaus. Dring er bij de medewerkers op aan dat alleen schoon en droog papier gerecycled kan worden. Let wel: Het kost net zoveel energie om papier te maken van oud papier als van hout. Er is wel een verschil in water- en landgebruik. Voor het maken van papier uit gerecyclede vezels is slechts 10 tot 15 liter water per kilo nodig, voor nieuw papier minimaal 25 liter . Het CPB schat dat de CO2-besparing van gerecycled papier tussen de 20% en 30% ligt. Als de aangeboden afvalstroom tenminste van hoogwaardige kwaliteit is en niet vervuild met storende elementen zoals pizzadozen en tissues. Ook MilieuCentraal geeft aan dat kringlooppapier weliswaar iets beter is dan nieuw papier, maar dat het voorkomen van afval pas echt milieuvoordeel oplevert.
Nederlanders gooien elk jaar zo’n 3 miljard koffiebekers weg. Volgens fabrikanten en afvalverwerkers is een groot deel daarvan recyclebaar of zelfs composteerbaar. Maar in de praktijk blijken zelfs de meest ‘duurzame’ bekers van karton en bioplastic (PLA) simpelweg verbrand te worden. Onderzoek wees begin 2020 uit dat op meerdere kantoren de bekers weliswaar gescheiden worden ingezameld, maar uiteindelijk toch bij het restafval belanden. Zo leverde het Rijk ongeveer 85 miljoen gebruikte bekertjes aan hun afvalverwerker die het tot toiletpapier zou verwerken. Dat gebeurde niet, omdat de bekers te vervuild waren.
Naar schatting wordt slechts 10% van alle weggegooide koffiebekers voor recycling aangeboden, de rest belandt direct in de verbrandingsoven. Van de apart ingezamelde koffiebekers wordt naar schatting een tiende, dus 1% van het totaal, daadwerkelijk gerecycled. In veel gevallen doen kantoren er goed aan over te stappen op stenen mokken of glazen. De productie daarvan kost meer energie en grondstoffen, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door veelvuldig gebruik. Als de mok tenminste niet na elk gebruik wordt afgewassen met heet water, in dat geval is de totale milieu-impact namelijk hoger.
CASE STUDY: DECOS NOORDWIJK
Dit innovatieve IT-bedrijf, gevestigd in een futuristisch uitziend klimaatneutraal kantoor, was haar tijd ver vooruit. Al rond 2014 trok Decos veel media-aandacht door als eerste Nederlandse bedrijf volledig papierloos te werken. Geen printers, papieren post wordt teruggestuurd en leveranciers die weigerden, werden vervangen. Ook het toilet is papierloos. In een interview met NRC Handelsblad zei directeur Paul Veger destijds : “Als wij tonen dat álles zonder papier kan, hoe overdreven dat misschien ook mag lijken, dan raken anderen geïnspireerd om bijvoorbeeld eens met 10 procent te beginnen.”
Stroom 2: Kunststof verpakkingen (PMD)
KIES VOOR VERPAKKINGSVRIJ
Kijk bij de inkoop van producten waar verpakkingsvrij kan worden geleverd. Soms betekent dat overstappen van leverancier of overgaan op een revolutionair product. Help daarnaast de werknemers duurzame keuzes te maken door het wegwerpplastic waar mogelijk van kantoor te bannen.
Er zijn echter uitzonderingen: in bepaalde gevallen kan het gebruik van kunststof verpakkingen zorgen voor een lagere totale ecologische impact. In plastic verpakte groenten blijven bijvoorbeeld langer vers dan onverpakte en worden dus minder snel weggegooid. Het Voedingscentrum adviseert om voor verpakkingsvrije groenten te kiezen als deze binnen een paar dagen worden opgegeten.
Een initiatief van de Dopper Foundation dat bedrijven aanmoedigt geen wegwerpflesjes meer te gebruiken. Als één persoon kraanwater drinkt in plaats van verpakt bronwater, scheelt dat zo’n 40 flessen per jaar. Onder andere ABN Amro, Bever en CIRCL hebben zich al aangesloten.
Nederlands kraanwater is beter voor het milieu dan bronwater, een stuk goedkoper en net zo veilig en lekker. KRNWTR+ ontwikkelde watertappunten voor op kantoor die het leidingwater net iets specialer maken. Dat gebeurt door het water te koelen, te laten bruisen of door een (natuurlijk) smaakje toe te voegen.
De Tersano SAO dispenser zet koud leidingwater om in gestabiliseerd ozonwater, een zeer krachtig schoonmaakmiddel. Ozon is naast effectief, ook bijzonder milieuvriendelijk. Het product komt zonder verpakking, hoeft niet vervoerd te worden en bevat geen chemicaliën.
VERMINDER PLASTIC DOOR BEWUSTE INKOOP
Als het niet mogelijk is om verpakkingsvrij in te kopen, zorg dan voor een vermindering van de hoeveelheid plastic. Bijvoorbeeld door in bulk te bestellen en in gesprek te gaan met leveranciers. In de bedrijfscatering kan een groot verschil worden gemaakt door eenstuksverpakkingen en automaten te vervangen voor dispensers en volumeverpakkingen.
Ga in gesprek met leveranciers over het gebruik van verpakkingsmateriaal. Verminder de hoeveelheid kunststof en vermijd vooral:
- multilayers
- samengestelde verpakkingen
- zwart plastic
Verzamel zoveel mogelijk (online) bestellingen en plaats in één keer een grotere order. Daardoor wordt er bespaard op verpakkingsmateriaal, bezorgkosten en brandstof.
Voor steeds meer kunststof verpakkingsmaterialen bestaat een milieuvriendelijk(er) alternatief. Blijf wel kritisch, niet alles waar ‘bio’ op staat, is goed voor de natuur (zie ook ‘rot’). Let bijvoorbeeld niet alleen op duurzame productie, maar ook op de verwerking.
HERBRUIKBARE VERPAKKINGEN
Veel kunststof verpakkingsmaterialen belanden na eenmalig gebruik in de afvalbak, omdat ze niets waard zijn voor de eindgebruiker. Om deze afvalstroom en de milieu-impact te beperken, moeten het ontwerp en gebruik van herbruikbare (transport)verpakkingen worden aangemoedigd. Dat kan bijvoorbeeld door middel van een statiegeldsysteem, dispensers of gestandaardiseerde, herbruikbare kratten. Let wel: de verpakking zelf moet herbruikbaar zijn in dezelfde vorm. Verpakkingen terugsturen naar de leverancier die ze vervolgens recyclet of verbrandt, geldt niet als ‘reuse’.
PLASTIC RECYCLEN
Het recyclen van plastic verpakkingen is bijzonder complex. Elke fabrikant gebruikt een specifieke combinatie van verschillende soorten kunststof die het product vers houden of beschermen. Tijdens het recyclen komen deze plastics samen. De mix die ontstaat is vaak van een lage kwaliteit, waardoor er geen hoogwaardige producten meer van te maken zijn. Het scheiden van de plastics kost bovendien veel energie en geld. In sommige gevallen is het zelfs onmogelijk, bijvoorbeeld als er een aluminium laagje over het plastic zit. Uitzondering op de regel vormen producten die geheel gemaakt zijn van PE (folie) of PET (frisdrankflessen).
Rijkswaterstaat heeft als onderdeel van het programma VANG Buitenshuis diverse pilots uitgevoerd om bedrijven te helpen met het scheiden en recyclen van PMD-afval. De resultaten van deze pilots zijn echter niet erg hoopgevend. Landal Greenparks, adviesbureau Royal HaskoningDHV en de NS kwamen allemaal tot dezelfde conclusie: men vindt het te duur. Wie het plasticprobleem wil aanpakken, moet zich richten op de top van het Zero Waste 5R-model: ‘refuse’, ‘reduce’, ‘reuse’. Het recyclen van plastic zou de laatste optie moeten zijn. Ook het Centraal Planbureau concludeerde dat recycling maar weinig oplevert voor het milieu.
BIOPLASTICS
Op steeds meer verpakkingen staat ‘bioplastic’, wat vaak betekent dat ze gemaakt zijn van natuurlijke materialen zoals suikerriet of mais. Maar dezelfde term wordt ook gebruikt voor plastics die biologisch afbreekbaar zijn, terwijl lang niet alle ‘biobased’ plastics dat zijn. En zelfs als er op de verpakking staat dat het materiaal composteerbaar, biologisch afbreekbaar of biodegradable is, dan nog geven afvalverwerkers en (overheids)voorlichtingsorganisaties aan dat deze bioplastics niet bij het organisch afval horen.
Dit komt omdat veel van de natuurlijke plastics alleen composteren onder zeer specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld na 12 weken in een zeer vochtige en warme professionele installatie. Ze voldoen daarmee aan de Europese standaard, maar Nederlandse afvalverwerkers hanteren een veel kortere composteertermijn. Er zijn uitzonderingen: onderzoek van Wageningen University & Research laat zien dat bioplastic van polymelkzuur (PLA) in bepaalde gevallen snel kan afbreken. Sneller zelfs dan de composteerbare gft-zakken die volgens de verwerkers juist wél bij het organisch afval mogen.
Het is, kortom, lastig te bepalen wat de milieu-impact van een plastic verpakking is. Het hangt af van de functie van de verpakking, maar ook van de productie en van de verwerking. Is het verpakkingsmateriaal opnieuw te gebruiken in dezelfde vorm? Is het recyclebaar? Of composteerbaar? De meest betrouwbare methode blijft de LCA die helpt om de integrale milieubelasting te bepalen en de juiste oplossing te kiezen.
Searious Business (zie pagina 9 van de Inspiratiegids PMD bedrijfsafval) helpt bedrijven hun plasticgebruik circulair te maken. Dat doen ze door het in kaart brengen van plastic stromen, doorrekenen voor welke productcategorieen de meeste financiële en milieuwinst te behalen is en door oplossingen op maat te bedenken: van shampoo in tabletvorm tot prijswinnende designbanken van 95% gerecycled plastic. Ook brengt de organisatie advies uit over alternatieve materialen, over wanneer het rendabel is om over te stappen op herbruikbare alternatieven en ze ontwikkelen tools waarmee FM intern duurzame verpakkingskeuzes kunnen maken. Zo ontwikkelde Searious Business voor Jumbo Supermarkten een keuzematrix voor koffiebekers, waardoor afval door 27 miljoen drinkbekers vermeden kon worden.
Duurzaamheid en afvalstromen spelen een centrale rol in het vernieuwde kantoor van ABN AMRO in Amersfoort. Tijdens de renovatie en herinrichting is veel aandacht besteed aan het nieuwe bedrijfsrestaurant, waar de bank en Albron een ‘radicaal duurzame catering’ aanbieden aan alle werknemers. De maaltijden zijn vegetarisch, er worden nagenoeg geen disposables gebruikt en het assortiment is PET free.
1. Organisch afval
Verspilling voorkomen
Door het aanbod goed af te stellen op de behoeften van de werknemers en slim in te kopen, kan veel verspilling voorkomen worden. Denk bijvoorbeeld aan een kleinere selectie producten of lunchspreiding, zodat de hoeveelheid bereide producten die niet geconsumeerd wordt, beperkt blijft. Daarnaast zijn er slimme meetinstrumenten beschikbaar die registreren wanneer, waar en welk voedsel wordt weggegooid. Aan de hand van die informatie kan de FM’er het inkoopbeleid aanpassen.
Innovatief systeem dat naast slimme camera’s en weegschalen ook ‘machine learning’ inzet om de details van het voedselafval te analyseren.
Winnow Vision leert steeds meer over de stroom organisch afval en maakt inzichtelijk waar de grootste kansen liggen. Door beter in te kopen, kan de besparing oplopen tot 8% van de totale voedselkosten.
De instrumenten en beloften van het Nederlandse Zero food waste zijn vergelijkbaar met die van Winnow Vision: het meet hoeveel en welk voedsel er wordt weggegooid.
Het systeem heeft zes tot acht weken nodig om genoeg gegevens te verzamelen voor een besparingsadvies op maat. Na het nemen van passende maatregelen, is het mogelijk tot 50% minder voedsel te verspillen.
Nederlands initiatief dat zich richt op het voorkomen van voedselafval in de food & hospitality sector. Hun tool won in 2017 de EU Food Waste Solution Contest.
Wastewatchers is als operationeel partner betrokken bij de Food Waste Challenge: een programma tegen voedselverspilling in de horeca.
VOEDSELOVERSCHOT HERGEBRUIKEN
Bij sommige organisaties ontstaan regelmatig voedseloverschotten door een wisselende vraag. Ga met de cateraar in gesprek over het zoveel mogelijk voorkomen van verspilling. Is een overschot onvermijdelijk? Deze initiatieven zorgen dat het voedsel geen afval wordt.
Via dit platform bieden duizenden ondernemingen dagelijks hun voedseloverschot aan in plaats van het weg te gooien. Het gaat bijvoorbeeld om het overgebleven voedsel van bedrijfsrestaurants. Door deze maaltijden te verkopen, besparen bedrijven afval en verdienen ze (een deel van) de kostprijs terug.
Cateraars en (bedrijfs)restaurants serveren alleen kwalitatief hoogwaardige groenten en fruit. Maar dat betekent niet dat alle wortels, tomaten en paprika’s met een kleine afwijking weggegooid worden. De Verspillingsfabriek verwerkt groenten die net niet mooi genoeg zijn in sauzen, soepen en stoven.
InstockMarket verzamelt voedseloverschotten bij telers, producenten, tussenhandelaren en supermarkten. Vervolgens biedt zij de producten aan professionele koks die getraind zijn met een wisselend aanbod te werken. Instock verzorgt ook evenementen, lespakketten en masterclasses.
ORGANISCH AFVAL RECYCLEN
Het recyclen van organisch afval is vrij uitzonderlijk. Toch is het mogelijk sommige organische stromen te gebruiken als grondstof voor nieuwe producten. Het gaat er daarbij om dat het GFT/swill-afval niet het louter fungeert als voedingsbodem, zoals bij compost, maar een ander soort waarde toevoegt. In Nederland ontstaat bijvoorbeeld elk jaar 300 miljoen kilo koffiedik. Dat belandt nu vaak in de vuilverbranding, terwijl het – net als sinaasappelschillen – ook geschikt is als grondstof voor zeep.
COMPOSTEREN
Koffiedik is een uitstekende voedingsbodem, onder andere voor oesterzwammen. De Koffie Recycle Service haalt koffiedrab op bij bedrijven die een groot aantal kopjes bonen- of filterkoffie per week drinken. Er is veel mogelijk, momenteel zijn de toepassing en de vraag naar die toepassing nog volop in ontwikkeling.
Het organisch afval dat overblijft, kan gecomposteerd worden door de afvalverwerker of op kantoor. Afhankelijk van de hoeveelheid, kan de FM’er kiezen voor een kleine composteermachine, zoals de Zera Food Recycler of een industriële variant, bijvoorbeeld de Joraform JK5100. Composteren op kantoor zorgt voor afvalwater: weer een nieuwe stroom. Wel wordt er bespaard op transport(kosten) naar de afvalverwerker. Een LCA zal moeten uitwijzen welke van de oplossingen de laagste milieu-impact heeft.
In 2017 presenteerde IKEA een groots plan om de hoeveelheid organisch afval drastisch te beperken. Het doel: in drie jaar 50% minder voedsel weggooien in alle vestigingen. Dat zijn er ruim 400 in meer dan 50 landen. De vestiging in Eindhoven is een van de koplopers. Direct in 2017 startte zij een pilot met Winnow Vision. Binnen een jaar was het organisch afval met 45% afgenomen. Dat staat gelijk aan 48.000 borden, met een waarde van €100.000, die niet in de vuilnisbak verdwenen.
Consultancybedrijf PWC heeft de ambitie uitgesproken om in 2030 volledig circulair te opereren: geen afval, geen uitstoot en optimaal hergebruik van materialen.
Om organisch afval zoveel mogelijk te voorkomen, installeerde PWC de Winnow Vision in de restaurants van drie kantoren. Ook zamelt PWC het koffiedik apart in en hebben de kantoren in Rotterdam en Amsterdam eigen composteermachines om het GFT-afval te verwerken.